We gingen in gesprek met Tom Lauwers van Tom’s Cabin, het videobedrijf dat de livestream voor ons internationaal 2V2 powerchair hockeytoernooi mogelijk maakt!
In een open en warme babbel vertelt Tom over zijn passie voor technologie, zijn nieuwsgierigheid én waarom hij kiest om met hart en ziel organisaties zoals de onze te ondersteunen. Van zijn eerste indruk van onze vzw tot de praktische uitdagingen van een sportlivestream. Dit interview biedt een mooi inkijkje in de samenwerking tussen APHC en Tom’s Cabin.
🎥 Lees mee en ontdek hoe livestreaming, maatschappelijke betrokkenheid en een flinke dosis enthousiasme samenkomen op én naast het veld.
Dijana van APHC VZW: Welkom Tom! Zou je je even kort willen voorstellen?
Tom van Tom’s Cabin: Ik ben Tom Lauwers en ik heb een video agentschap dat Tom’s Cabin heet. Wij helpen bedrijven eigenlijk alles met hun video content. Wij zijn vooral gefocust op bedrijven en hun bedrijfscommunicatie, maar als we soms hier en daar een sympathieke organisatie kunnen helpen, dan doen we dat ook met veel plezier.
D: Ja, en deze keer zijn wij dus de sympathieke organisatie.
T: Ja, absoluut, absoluut.
D: Wat is een van jouw eigenschappen als persoon dat jou het meeste helpt in je livestream bedrijf?
T: Vooral nieuwsgierigheid. We komen altijd bij verschillende bedrijven, nieuwe dingen, nieuwe producten, nieuwe technologieën, etc. Door bij verschillende bedrijven te komen en te zien hoe dat allemaal draait en keert, is dat altijd voor ons wel een boeiende nieuwe ontdekking. Ook naar het maken van videocontent, de technologie evolueert heel snel en het is altijd wel tof dat je dat wel kunt meevolgen. Je moet dat ook wel meevolgen, maar dat is ook altijd wel interessant, want het creëert ook allemaal nieuwe mogelijkheden en nieuwe opportuniteiten.
Een interactieve video gaat nu meer en meer, die technologie wordt betaalbaar. Werkt makkelijker, toegankelijker, dus dat gaat ook meer en meer gebruikt gaan worden. Het is wel tof dat je dan mee op die eerste wave kunt zitten!
D: Je zegt dan ‘nieuwe technologieën’, zijn er technologieën die in het laatste jaar zijn uitgekomen, waar je denkt gebruik van te maken op ons toernooi?
T: Wij kijken uit naar nieuwe technologieën, maar we willen die ook niet gebruiken om ze zomaar te gebruiken. Bijvoorbeeld, een aantal jaar geleden zijn we door een fabrikant van 360-camera’s benaderd om een hele gemakkelijke 360-livestream-oplossing te kunnen aanbieden. Daar hebben we eigenlijk een heel concept voor gemaakt dat nu vooral in de gemeenteraad wordt gebruikt.
Want natuurlijk in een gemeenteraad, meerderheid, oppositie,.. Iedereen wil in beeld komen. De 360-camera zit dan in het midden van de gemeenteraad en iedereen wordt tegelijkertijd gefilmd, dus niemand die kwaad kan zijn.
Nu, voor een sportevent is dat natuurlijk iets lastiger, want je kan moeilijk midden op het veld je camera plaatsen. En daar heb je het voordeel van de camera, dat je soms wat closer kunt gaan, dat de mensen zelf niet zien dat je bepaalde fases op een andere manier brengt dan dat je het langs de kant van het veld ziet.
Een voorbeeld is dat met corona de livestreams en al die platforms zijn erg geëvolueerd, ook allemaal heel democratisch geworden. Waardoor dat nu bijna een fluitje van een cent is om te livestreamen over heel de wereld. Dat vind ik wel leuk.
D: Ja, dat is wel tof. Je bent overal plots. Je kan overal zijn. Daarom dat wij ook erg focussen op internationale spelers. Heb je ooit te maken gehad met g-sport die internationaal zich bezighoudt met wedstrijden, of gewoon g-sport over het algemeen?
T: An sich nog niet direct, om het zo te benoemen. We zijn wel wat met sporten bezig geweest, maar dat is een beetje mijn visie.. Of dat nu sport of g-sport is, uiteindelijk maakt dat niet uit. Uiteraard blijven het natuurlijk allemaal atleten die het willen winnen, die binnen de regels van het spel hun ding doen, en met uiteindelijk een winnaar. En ja, we willen ook een verliezer.
D: Zou je een beetje willen vertellen over het ontstaan van Tom’s Cabin?
T: Ja, ik ben zelf al sinds 2000 bezig in de sector. Eerst met langspeelfilms en tv, zoals alle pas afgestudeerden. Maar dat vond ik eigenlijk niet zo boeiend, omdat je dan eigenlijk 9-10 maanden altijd met hetzelfde bezig bent. Het wordt dan wat bandwerk. Ik ben dan heel toevallig met ‘corporate video’ in contact gekomen en dat vond ik veel leuker.
Wij zijn met verschillende projecten bezig, met verschillende sectoren, verschillende soorten dingen. En die afwisseling vind ik veel leuker. Eerst als werknemer bij verschillende bedrijven en in 2016 ben ik met Tom’s Cabin begonnen. Zo zijn we nu al een paar jaar bezig.
D: Van waar komt ‘cabin’? Refereert dit naar iets?
T: Ja, Tom’s Cabin heb ik om drie redenen gekozen. We willen vooral onze klanten en partners helpen. Als je het boek ‘De hut van oom Tom’ leest, zie je soms dat oom Tom beslissingen neemt die voor hen op korte termijn minder goed zijn, maar het algemeen belang dienen. En dat vind ik wel een belangrijke.
Wij willen geen video verkopen, om video te verkopen. Als we bij een klant kijken, dat wat zij zoekt niet met video op te lossen is, dan zeggen we dat liever. We wijzen dan verder door dan zelf eraan te beginnen.
Tom’s Cabin hebben we ook gekozen, omdat mijn collega’s zich meer een productiehuis noemen. En wij zijn eigenlijk een cabin, veel flexibeler. Intern hebben we een klein team van drie mannen, maar er rond hebben we meer dan 1600 freelancers, zodat we altijd het juiste profiel op de juiste job kunnen zetten. Zo kunnen we heel veel klanten altijd goed bedienen en leuke projecten doen.
D: Het klinkt wel alsof jullie heel flexibel zijn, ook naar ons toe. We zijn ook super dankbaar dat jullie de livestream willen sponsoren voor ons toernooi. Is er een bepaalde reden waarom jullie zijn ingegaan op ons verzoek?
T: We willen zeker de beginnende organisaties ondersteunen. We vinden, van bedrijven uit, een beetje de sociale verantwoordelijkheid die je daar dan een beetje pakt. Anderzijds is het ook altijd wel leuk om zo’n dynamische groep te zien, mensen zoals jullie zijn, die daar met hart en ziel aan trekken en doen, en dat je dan vanuit je eigen expertise wat mee kunt helpen.
Dat is dan natuurlijk leuk. Vraag mij niet om een paneel te gaan schilderen en weet ik wat allemaal. Dan help ik liever op het vlak met wat ik goed ben en dan in dit geval een livestream doen.
D: Wat was jouw eerste indruk toen je onze mail zag en toen je met Senne een gesprek had?
T: Eerlijk gezegd ging het heel goed. Ik was wel getriggerd, want het is natuurlijk een sport die ik zelf niet echt kende. Dat vind ik altijd wel tof, om dan zo die nieuwe dingen te ontdekken.
Voor mij, om zo je gezichtsveld wat te verbreden. Bij die eerste contacten voel je wel dat het vooral gedreven mensen zijn. Je hebt vaak te maken met organisaties waar al grotere budgetten in zitten. Dan wordt het vaak meer een verhaal aan de kant van geld.
Dan komen er allemaal andere dingen bij kijken. Hier is het de pure passie van de mensen die het hele werk draagt. Het is wel een leuke dynamiek om aan mee te werken.
D: Ja, echt dat één-op-één werken. Dat nieuwsgierige dat jou een beetje heeft aangetrokken.
T: Ja, absoluut.
D: Zijn er al wat uitdagingen die je in je hoofd hebt? Dingen die een uitdaging kunnen zijn voor het toernooi qua livestream?
T: Het is een beetje… We zijn ons er al wat in aan het verdiepen, maar je kent de sport natuurlijk niet door en door. Dus we zullen nog wel moeten kijken hoe we omgaan met de gevoeligheden en hoe het tactisch speelt, zodat we dat ook goed kunnen vastleggen.
Maar dat komt wel goed. Ik ben vooral benieuwd naar al die atleten. Hoe leeft dat dan bij hen op zo’n toernooi?
D: We hebben iemand in ons team die goed verbonden is met de Giants. Hij heeft ervoor gezorgd dat er heel wat spelers van de Giants zelf en ook vrienden van hem komen. Dus er gaat veel volk zijn, zeker op zondag. Zondagavond verwachten we echt veel bezoekers, om de finale mee te maken. We verwachten wel echt een dik feestje.
T: Dat verwachten wij ook.
D: Altijd leuk om dat vast te leggen natuurlijk.
T: Ja, absoluut. Uiteindelijk zijn we er met de camera bij, maar we zitten niet in een rol waarin we registreren op papier. We kunnen weinig meebrengen naar de feestvloer zelf. Maar als die sfeer er is, proberen we die zo goed mogelijk vast te leggen met de camera’s.
D: Ik heb ook een ludieke vragenronde voorbereid. Ik ben benieuwd naar jouw antwoorden. Stel: je moet één positie op het veld kiezen — keeper, verdediging of aanval — waar zou jij jezelf plaatsen op een hockeyveld?
T: Meer in de verdediging. Ik ben zelf niet echt een competitieman, om het zo te zeggen. En vanuit de verdediging: je doet je job zo goed mogelijk, je speelt de bal naar de aanval, en zij kunnen het afmaken en met de eer gaan lopen. Jij werkt mee vanuit die tussenlaag.
D: Dus een beetje zoals een tussenpersoon zijn.
T: Ja.
D: Eigenlijk ook wel een beetje wat jouw livestreambedrijf probeert te doen: een soort tussenpersoon zijn. En dan, laatste vraag: welk gek of grappig moment hoop jij te kunnen filmen?
T: Goh, grappige momenten… Dat is een moeilijke vraag, want je weet natuurlijk niet op voorhand wat er allemaal gaat gebeuren.
D: Maar als je denkt aan andere sportwedstrijden of sportlivestreams?
T: Goh ja. Het moeilijke bij grappige sportmomenten is dat het vaak ten koste van iemand gaat. Dat is altijd zo. Wat ik vooral hoop te kunnen vastleggen, zijn de warme emoties die er gaan zijn. Daar ga ik vol voor. En ik kijk ook echt uit naar de competitieve kant.
D: Ja. Ik hoop dat je het echt super naar je zin gaat hebben, maar ik denk het wel. Zijn er trouwens vragen die jij aan ons zou willen stellen, of waar jij graag een antwoord op wil?
T: Ja, misschien wel. Waar willen jullie binnen vijf jaar staan?
D: Ja, Senne doet altijd van die gekke uitspraken. Hij wil heel graag de ‘Tomorrowland worden van de powerchairhockeytoernooien’. Hij ziet het echt heel groot. Wij allemaal eigenlijk wel, maar vooral Senne die dat zo benoemt.
Ikzelf ben dan meer de communicatie- en marketingpersoon binnen onze VZW. Dus ik kijk vooral naar hoe we een leuk moment kunnen creëren voor de spelers. Hoe we op de juiste manier kunnen communiceren en hen enthousiast kunnen maken, zowel voor als tijdens het toernooi.
Eén van mijn ideeën nu is bijvoorbeeld om een soort brand experience in de zaal te creëren, met opgestapelde dozen bijvoorbeeld. En op elke zijde van de doos plakken we iets: een tekst, een foto… Bijvoorbeeld een bingospel. Als je daar voorbij wandelt, zie je aan één kant een foto van spelers van vorig jaar. Aan de andere kant een QR-code die je naar onze website of de aftermovie leidt. Op een andere zijde zie je een sponsorlogo. En dat staat dan overal in de zaal, zodat bezoekers en spelers tijdens pauzes een beetje meer kunnen ervaren wat APHC is.
Ik hoop dat we dat kunnen uitbreiden in de toekomst. Dat het echt een groot evenement wordt. Misschien niet qua thema, maar wel dat je binnenkomt en denkt: wow, hier gebeurt iets. Je kunt iets winnen, je kunt een spelletje spelen… Echt een feestgevoel. Dat, op het niveau van een toernooi.
We zijn trouwens ook van plan om een eerste internationaal powerchairhockeykamp te organiseren. Omdat we merken dat we het heel leuk vinden om met spelers van over de hele wereld te connecten. Maar vaak is dat enkel als tegenstanders op het veld. Dan hou je afstand. Je traint niet samen, je deelt niet echt iets. Terwijl zo’n kamp net een mooi moment kan zijn om mixteams te maken, spelers met elkaar te laten kennismaken. Elke training is anders, en misschien doen ze het in andere landen ook weer helemaal anders. Dus dat zijn wel dingen waar wij naar uitkijken.
T: Ja, en ook: “ah, zij doen dat op die manier”. En dan kunnen we ons allemaal laten inspireren!
D: Ja, klopt. Eén van onze dromen is ook om ooit een toernooi te organiseren in het Sportpaleis.
T: All right, all right.
D: Daarvoor gaan we wel wat sponsors nodig hebben. Maar je mag dromen, hé.
T: Absoluut. Als je niet droomt, blijf je gewoon waar je bent.
D: Ah wel, dat is het echt.
T: Deze zomer was ik op vakantie in Schotland. We zijn naar de Highland Games gaan kijken. Iedereen kent dat wel. We gingen erheen met de verwachting dat het iets groots en fantastisch zou zijn. En dat was het ook, maar tegelijk was het allemaal heel dichtbij, heel vriendelijk en gezellig.
Het voelde niet als een typische atletiekwedstrijd of toernooi. Je moet het zeker eens meegemaakt hebben als je de kans krijgt. Je mag groot worden, maar je moet die warmte blijven behouden.
D: Ja, die warmte. Vooral die warmte behouden. Zeker omdat wij in een branche zitten met mensen met een beperking. Daar moet echt wel extra aandacht naartoe. Dat is wel een belangrijke ervaring: je moet dicht bij de fans blijven. Tom, super bedankt voor het interview!